Play
Stop
Next»
«Prev
HIDE PLAYLIST
X
BN De Stem (juni 2011)
De Tilburgse saxofonist Paul van Kemenade heeft als voorman van The International Quartet aan zijn toch al imposante oeuvre een schitterende plaat toegevoegd. Samen met Ray Anderson (trombone), Han Bennink (snare), Frank Möbus (elektrische gitaar) en Ernst Glerum (contrabas) laat hij op Who Is InCharge? hele toegankelijke jazz horen die tegelijkertijd virtuoos klinkt. Han Bennink bijvoorbeeld heeft aan drumstokken, brushes en een enkele snaredrum genoeg om prachtige percussiepatronen neer te leggen. Anderson en Van Kemenade gaan ingetogen duetten aan. Geen opgeblazen getoeter dus, maar haast met elkaar converseren via blaasinstrumenten. Hier en daar schemeren er wat latinklanken door de veelal eigen composities heen. En altijd krijg je als luisteraar het gevoel dat je naar heel bijzondere, ongekunstelde jazz aan het luisteren bent. De opnamen zijn prachtig, de productie is vlekkeloos.
Label: KEMO 10, verkrijgbaar via www.paulvankemenade.com (Wim van Leest)
New York Downtown Music Gallery USA (july 2011)
RAY ANDERSON/HAN BENNINK/FRANK MOBUS/ERNST GLERUM/PAUL VAN KEMENADE – Who Is In Charge? (Kemo 10; EEC) Featuring Ray Anderson on trombone, Paul Van Kemenade on alto sax, Frank Mobus on electric guitar, Ernst Glerum on double bass and Han Bennink on snare drum. What is odd about this disc is that I was not familiar with the leader here – saxist Paul Van Kemenade before this. Of course we do know trombone great Ray Anderson for a many years as well as longtime ICP rhythm-team members Han Bennink & Ernst Glerum. Each member of this international quintet contributed a song or two except for Han Bennink with one cover by Charlie Haden. It turns out that Netherlands-based saxist Paul Van Kemenade has been leading his own groups since 1977 and this is his tenth disc on his own Kemo label. I must thank him for sending us promos of many of the other discs of his, as I slowly check out each one and realize how diverse and interesting each of his discs really are. The title track is up first and sounds like an old-school jazz track, swinging infectiously with a hot solo from Ray Anderson. It is always great to hear Han Bennink swinging his tush off on just a snare drum and brushes and that’s what he does here. “Pet Shop” by Mr. Mobus features a melody that sounds alot like “Black Bird” by the Beatles. It is just as endearing with sublime alto sax and gentle ghost-like guitar in the distance. Ray Anderson’s “As Yet” has great goofy theme that recalls “Salt Peanuts” and it is just as charming. What makes this piece special is Bennink’s consistently swinging, marching drum groove. The main vibe of this disc is one of a laid-back, late-night somber groove fest with tasty and often touching melodies and solos. Charlie Haden’s classic “Song for Che” was once cover by Robert Wyatt and it has one of the most haunting and sad melodies ever. This version is hushed and exquisitely well captured. The tone of Van Kemenade’s sax is just gorgeous and buttery the way them old time tenor-men used to do. There is nothing avant or free about this disc but it is completely enchanting nonetheless. (Bruce Lee Gallanter, Downtown Music Gallery)
Jazzflits 161, 18 juli 2011
Al enkele jaren maakt saxofonist Paul van Kemenade furore met zijn internationale kwintet. In de groep voegt zijn lyrische altzich perfect samen met de trombone van Ray Anderson, en Han Bennink geeft precies de goede ‘groove’ op zijn ‘snare’. Frank Mobius en Ernst Glerum zijn met respectievelijk hun gitaar en bas een ‘zekerheidje’ voor de solisten. Van Kemenade heeft al eens een nummer van deze groep, ‘In a Sentimental Mood’, op een cd gezet (‘Two Horns and a Bass’), maar het wachten was op het eerste complete album van de ploeg.Dat is er nu dan onder de titel ‘Who Is In Charge?’. Het is een plaat met een beetje onderkoelde muziek geworden. Er zijn louter gelauwerde musici op deze cd bezig, dus je kunt danmoeilijk de lange tonen van gitarist Frank Mobius daarvan de schuld geven. Maar, alhoewel zijn werk vooral welluidend is, gaan zijn dubbelklanken op den duur wel wat overheersen. Niettemin is het geluid van de groepsleden heel nauwkeurig op elkaar afgestemd. Opvallend is dat elk lid van de groep ingetogen musiceert. Terwijl de heren stuk voor stuk toch uitbundig kunnen uitpakken. Anders gezegd: er is op deze plaat gekozen voor ‘intensieve samenwerking’. In het opening- en tevens titelnummer wordt dit uitgangspunt in een aantrekkelijk klein motiefje van Van Kemenade met flair uitgewerkt. Elk groepslid krijgt in het stuk de kans om over de vraag ‘Who Is In Charge’ het zijne te zeggen. De samenwerking tussen de solisten – altsax, trombone en gitaar – is steeds voorbeeldig. En de tandem Glerum-Bennink klopt als een bus. Een cd voor de fijnproevers.(Hessel Fluitman)
Jazzenzo.nl , 27 juli 2011
Als een musicus zich tegenover een ander niet (meer) hoeft te bewijzen, wordt vruchtbare aarde blootgelegd om heel mooie muziek te creëren. Paul van Kemenade’s International Quintet geeft daar met ‘Who is in charge’ een verbluffend staaltje van en gaat nog een stapje verder: de vijf reiken naar de allermooiste muziek.Vijf musici uit allerlei windhoeken van improvisatiemuziek, die ieder een onschatbare dosis ervaring hebben opgedaan in de meest uiteenlopende formaties, hebben hoogstens wat tijd nodig om elkaar te leren kennen. Daarvoor is de duur van één concert doorgaans voldoende. De vijf hebben er in een handvol jaren inmiddels talloze achter de rug, dus van inspelen is geen sprake meer. Van diep doordringen in de muzikale materie des te meer.
Van de zeven stukken op deze cd – drie van Van Kemenade, een van Möbus, een van Anderson, een van Glerum en een van Charlie Haden – wordt de ziel tot in zijn diepste lagen aangeraakt. De kracht van ‘Who is in charge’ is vooral gelegen in de kundigheid muzikale grenzen te negeren. Want de aard van de composities op deze schijf mag dan wel mijlenver uit elkaar liggen, het International Quintet draait er zijn hand niet voor om, om ze tot een luisterbare eenheid te smeden. Alles komt daarbij spelenderwijs voorbij: je hoort Charles Mingus, de aartsvaders uit New Orleans, George Coleman, Carla Bley, en in ‘As Yet’ zelfs duidelijk waarneembaar ‘Salt Peanuts’ van Charlie Parker. Op deze cd kun je dansen, mijmeren, huiveren, je verbazen, waarbij slechts één zaak enigszins dwingend is voorgeschreven: goed luisteren.Bij zulke muziek hoeft een recensent zich niet meer uit te sloven in de beschrijving van het vakmanschap van iedere musicus afzonderlijk, noch trachten weer te geven hoe groot de oren van de uitvoerders zijn, hoe lyrisch de een en hoe onverbiddelijk de ander is. Nee, het komt hoogstens neer op een poging de sfeer weer te geven, de emoties die deze totaalmuziek oproepen. Maar begin daar maar eens aan. Beter is het dit juweeltje van een plaat zelf te beluisteren en hem telkens weer opnieuw op te zetten. Pas dan wordt een tipje van het mysterie van het International Quintet een ietsje opgelicht. Rinus van der Heijden
Draaiomjeoren.nl, 18-8-11
Saxofonist Paul van Kemenade is in de Nederlandse impro-scene een unieke stem. Niet alleen als muzikant, maar eveneens als initiator van bijzondere projecten en als leider van enkele smaakvolle en bijzondere formaties – zoals duo’s met pianisten Aki Takase, Stevko Busch en de groep Three Horns And A Bass – is hij van grote betekenis in de ‘kleine’ wereld van de hedendaagse jazz.
Met zijn internationale kwintet bestaande uit trombonist Ray Anderson, gitarist Frank Möbus, bassist Ernst Glerum en drummer Han Bennink – heeft Van Kemenade talloze binnen- en buitenlandse podia veroverd. Hij weet als een van de weinigen met een warm funky geluid de hedendaagse impro met harmonieuze swing en bebop te combineren. Zijn solo in ‘Close Enough’ is daar een evident voorbeeld van.
De grote kracht van het kwintet is het vermogen om in de collectieve improvisaties respectvol, inventief en met groot gevoel thematisch te musiceren. Daarnaast is het solowerk van beide blazers geïnspireerd en swingend. Möbus soleert bescheiden, maar is wél de bindende factor tussen de blazers en de veelal stuwende ritmesectie. Het is al vaker gezegd en geschreven: Benninks snaredrum-kwaliteiten met brushes of sticks is ongeëvenaard. Hij kan de ouderwetse drumkit gerust thuislaten en de snaredrum onder de snelbinders op de fiets bevestigen.Het gedegen muzikale baswerk van Glerum completeert de kwaliteit van deze internationale formatie. Wel is de speelduur van het schijfje misschien wat aan de korte kant, maar als het om kwaliteit gaat speelt de lengte niet echt een grote rol, wel?!
(Jacques Los, 18.8.11)
Jazznytt Magazine (Norway) 04-2011
“Who is in charge?” is Kemenades latest recording (recorded in October last year). He is working very close with old friends in his International quartet. The giant Ray Anderson on trombone, the crazy one Han Bennink on drum (the one he could carry on his bike on the way to the studio) the sober German guitarist Frank Möbus and the Dutch bas boss Ernst Glerum. Seven tracks that are mainly written by the band members, plus Charlie Haden’s beautiful “Song for Che” , served on the famous silver-plate. It all starts with the groovy titelsong that is surprisingly straight, and you especially feel Benninks fantastic whisking touch. It goes on in Möbus “Pet Shop”, a faded ballade before Andersons “As Yet” takes over. A frisky song with a lot of Parker catchy references, with splendid technical play from the hole gang. “Close Enough” from the previous record and we are landing again. Glerums “Silver Nichols”, a song that swings vehemently. All the musicians are pushing the songs and it makes them extremely groovy. “Song for Che” starts with Glerums Haden-like bas, and in a blindfold I think that 99 % would think that it was the original that was playing, and not the Dutch bass-master. A beautiful song here played masterly even though I think Möbus´ guitar play becomes a little “annoying”. The ball is ending with Kemenades “A tune for N” a song just to relax and enjoy. Walking bas and a terrific whisk complete from Bennink. So simple can Jazz also be. And so damn beautiful. Here are two cd’s of a musician who is almost completely unknown here on the rock. This has to change ! Jan Granlie. Jazznytt Magazine (Norway) 04 2011
The Guardian (UK): **** Vortex, London 2010. Alto saxophonist Paul van Kemenade’s good-humoured quintet sounded, on its vivacious Vortex visit, like a contemporary jazz band to its fingertips. Some of it suggested what a Charles Mingus group might have become, but there was nothing retro about this show. The great Dutch drummer Han Bennink smiling ecstatically, and sustaining a more emphatically propulsive pulse with the brushes than most drummers manage with sticks.The group juggled amiably with a catchy three-note motif on the sprightly Who’s in Charge?, the leader’s bop-rooted alto lines and Anderson’s remarkable repertoire of hard-blown accents, rich long sounds, swarming-bee noises and slithery elisions developing it over Glerum’s booming bass-walk. Möbus’s Pet Shop opened in sleepy, long tones deepened by thick horn harmonies like an Ornette Coleman ballad, and the piece gracefully combined an ambient feel with a contrastingly pebbly and urgent chatter from the drums. Van Kemenade’s quiveringly tender tone and delicately inviting phrasing led his own Close Enough, before an effusively Cuban groove closed the set. A similarly impish second half included a long-lined Anderson theme reminiscent of the cool-bop guru Lennie Tristano, more languorously Mingus-like hip swing broken up by Möbus’s shards of abstract guitar sound, and bursts of ensemble clamour as convivial as an old New Orleans band.
LondonJazz (UK): This multinational quintet clearly love each other’s musicial company; the smiles on their faces said it all – Anderson couldn’t help grinning all the way through, Glerum beamed as the band settled in, and Bennink’s irrepressible laughter and whoops were just part of his rich repertoire. This ensemble has a natural ability to vary the pace, and swing from one gear to another in the blink of an eye. Anderson’s understated masterclass on slide trombone was an exposition of its full range and tonal richness – acknowledging, in this context, JJ Johnson’s and Mangelsldorff’s small groups – counterpoised perfectly by Van Kemenade’s alto, batting licks mixed with precise duets, and pushing out growls straight from the Mingus canon. Bennink, wicked as ever, cooked up a rich stew of light clatterings, all manner of brushwork and sharp attacks – astonishingly, on a single snare drum. Glerum’s practiced bass often set the tone, blending with Möbus’s carefully placed chordwork.
JazzTimes (USA): Berlin Jazz Festival 2010
Outta’ New Jersey came trombonist Ray Anderson, a repeat visitor to this festival over the years. Anderson showed up one night at the club Quasimodo in a great band led by fine Dutch alto saxophonist Paul van Kemenade and witty Dutchman Han Bennink on drums … well, a single snare, to be precise, played colorfully with brushes, sticks and the occasional shoe.
Ruhrnachrichten (BRD): One of the highlights of the Berlin JazzFest 2010.
Leeuwarder Courant (NL): Equivalent giants.